Creatief en humoristisch

Elie Smalhout zette zijn artistieke talenten in voor de socialistische beweging, de joodse zaak en 'het Joodsche Volkskind'. Dochter Eline zorgde voor de eerste overzichtstentoonstelling van zijn werk.

Michel Didier 2004

Eline Smalhout heeft het voor elkaar gekregen: een overzichtstentoonstelling van haar vader, in het Vakbondsmuseum in Amsterdam. Elie Smalhout (1889-1939) was afkomstig uit een diamantbewerkersgezin in Amsterdam-Oost, maar is bekend geworden als kunstenaar en illustrator voor de SDAP en de NVV. De tentoonstelling in de voormalige 'burcht' van de diamantbewerkersbond, de eerste vakbond van Nederland, laat zien dat hij op vele terreinen 'inventief, creatief en humoristisch' was, zoals Eline (1932) haar vader omschrijft.
"In 1918 trouwden mijn ouders, na zeven jaar verloving. Ze gingen wonen op het net opgeleverde Transvaalplein in Oost, in een buurt die door Berlage was ontworpen voor de Algemene Woningbouwvereniging van Arie Küppers en anderen. Mijn ouders waren daar lid van geworden en hadden lidmaatschapsnummer 47. In dat huis had Küppers eerst zelf gewoond. Jaren later kwam zijn pimpelpaarse behang nog tevoorschijn.
"Het waren de eerste moderne volkswoningen in Amsterdam, met een kraan in de keuken, een toilet en slaapkamerramen die open konden. De voornamelijk joodse arbeiders die er woonden waren er gelukkig mee; tot de jaren veertig was er nauwelijks mutatie in die buurt."
Elie leert Bregtje Sombogaart kennen bij de socialistische uitgeverij De Vooruitgang, voorloper van de Arbeiderspers, waar ze als boek- en procuratiehoudster werkt. Als hij in 1920 zijn baan als diamantslijper kwijtraakt, moedigt zij hem aan zijn artistieke roeping te volgen en gaat hij naar de Rijksacademie. Tot de geboorte van hun eerste kind Bob in 1927 zorgt zij voor het inkomen, terwijl hij op alle denkbare manieren werkt voor 'de beweging': Elie maakt spotprenten, affiches, spandoeken, ontwerpt glas-in-loodramen en praalwagens voor 1-mei- en verkiezingsoptochten en tekent beeldverslagen van partijbijeenkomsten.
"Hij werd voor van alles gevraagd en deed het meestal voor niets, zoals toegangskaarten ontwerpen voor bijeenkomsten op het IJsclubterrein. Werken deed hij thuis; de tekentafel stond op de overloop. Wij mochten altijd alles gebruiken, kleurpotloden, papier en zo. We kropen zelfs tussen de potten met pennen door."
Behalve voor de socialisten werkt Smalhout veel voor de joodse zaak: tekeningen, affiches, brochures en uitnodigingen voor organisaties als De joodse invalide en Koemie Orie (sta op en verlicht) van Poale Zion (de arbeiders van Zion), portretten van bekende joodse Nederlanders in het weekblad De Vrijdagavond en propagandaprentjes voor het Joods Nationaal Fonds. "Mijn grootouders kwamen uit orthodoxe kringen en mijn vader is ook naar de Talmoed-Toraschool geweest. Hij was wel gelovig, maar ging niet naar sjoel. Mijn moeder was niet joods en we vierden dan ook twee keer Pasen: een keer met matses en een keer met eieren. Mijn vader tuigde ook met veel plezier de kerstboom op en sneed kandelaars voor ons met een kerstmannetje. Die staat nog steeds bij mij op tafel."

Straathandel
Na de geboorte van Bob vindt Smalhout een betrekking als leraar aan een ambachtsschool in Alkmaar en later een aan de nieuwe A.B. Davidsschool in Amsterdam, die als doel heeft 'het Joodsche Volkskind af te houden van den straathandel en te brengen tot het ambacht'. Smalhout organiseert allerlei uitstapjes naar cultuur en natuur voor de voornamelijk joodse leerlingen, waarvoor hij cartooneske aankondigingen maakt in de trant van 'Op 26 april zien we ze vliegen op Schiphol'. Ook maakt hij liefdevolle portretjes in potlood van een aantal kinderen, van wie geen de oorlog overleeft.
Elie Smalhout is er ook voor zijn eigen kinderen. "Ik weet niet waar hij de tijd vond, maar als je jarig was of het was kerst of Sinterklaas hing er 's morgens altijd een plakkaat in de woonkamer met 'Eline is vandaag vier jaar' of met kabouters: 'Uk en Pluk plukken vijf bloemen uit hun tuin/voor jarige Eline op Huis ter Duin'. Dat was een kindertehuis in Egmont aan Zee, waar ik verbleef toen mijn moeder werd geopereerd. Ik heb geen idee hoe hij dat plakkaat daar heeft gekregen." Veel werk doet vermoeden het plakkaat 'Bioscooptheater Eline. Jubileumsvoorstelling ter gelegenheid van het driejarig bestaan. Hoofdfilm 'Rotiekap' ("Ik kon geen Roodkapje zeggen"). Verder gezellig bijprogramma'.
Elie Smalhout overlijdt in 1939 aan de gevolgen van de Spaanse griep, die hij in 1918 heeft opgelopen. "Hij is zeven dagen na de inval in Polen overleden. Toen zei hij al: 'Dit zal voor ons joden verkeerd aflopen'. In zijn nalatenschap vonden we Hebreeuwse teksten, die hij op het laatst had gemaakt. We hebben alles bewaard, behalve zijn anti-naziprenten. De Transvaalbuurt was voor tachtig procent joods en was een deel van het 'Judenviertel'. We hadden onderduikers en de SD is zes keer bij ons boven geweest, dus het was niet verstandig om anti-nazi-materiaal in huis te houden.
"Onze buurt viel onder SDAP-afdeling VI. Over zijn kist was de vlag van 'Afdeeling VI' gedrapeerd en de kist werd gedragen door leerlingen van de A.B. Davidsschool. Henri Polak hield een rede, waarin hij mijn vaders inzet voor de beweging prees. Hij is gecremeerd in Velsen, toen het enige crematorium in Nederland.
"Op zijn sterfbed zei hij tegen me: 'Wat zou ik jou graag zien als je zeventien bent'."

Elie Smalhout 1889-1939. Kunstenaar met passie en overtuiging
Vakbondsmuseum 'De Burcht', Henri Polaklaan 9, Amsterdam
Tot en met 29 augustus 2004

NIW, 2004