Kunstmakelaardij

Michel Didier 1996

Iedereen die wel eens een schilderij koopt, weet dat het niet eenvoudig is om aan een aardig, redelijk geprijsd werk te komen dat precies is wat je wilt. Je moet er eigenlijk toevallig tegen aan lopen, want via de gangbare kanalen is maar zelden iets te krijgen wat aan alle eisen voldoet. Stel, u bent op zoek naar schilderij van Jan Sluyters uit zijn luministische periode. Dan zoekt u kunsthandels af en loopt u veilingcatalogi na in de hoop dat er toevallig net zoiets wordt aangeboden. De kans dat u meteen bij de kunsthandel iets vindt is niet zo groot, omdat weinig particulieren hun bezit daar kwijt kunnen. Bij de veiling is die kans groter, maar dan betaalt u ook zo'n 25% opgeld.
Auke van der Werff b.v. is een kunstmakelaardij, dat wil zeggen: ze bemiddelt tussen kunstverkopers en kunstkopers zonder zelf te kopen of in voorraad te hebben. Dat scheelt aanmerkelijk in de kosten, want een kantoor met een computer is eigenlijk voldoende. U belt, en uw wens om een luministische Sluyters wordt in de databank gezet, en als iemand een dergelijk werk ter verkoop aanbiedt dan krijgt u dat onmiddellijk te horen. De kunstmakelaardij brengt koper en verkoper bij elkaar en rekent daar gemiddeld 13% commissie voor: voor schilderijen tot f 50.000 20%, voor doeken boven de ton 10%. Nadeel (of voordeel, 't is maar hoe u het bekijkt) is dat dit systeem de mogelijkheid biedt tot onderhandse verkoop. Omdat er geen controle van buitenaf mogelijk is, kunnen de crimineel ingestelden onder u hun zwarte geld mooi witwassen.
Om potentiële kopers makkelijk de weg naar de kunstmakelaar te laten vinden, moet er af en toe een tentoonstelling worden ingericht. Sinds het van start gaan in januari jongstleden zijn er in maart en juni al tentoonstellingen geweest van schilderijen die voor klanten verkocht moesten worden, maar nu is er voor het eerst een expositie die aan maar één kunstenaar is gewijd.
Isaac Israëls, de zoon van Jozef Israëls, was een virtuoos schilder die, toen hij eenmaal een volleerd schilder was, in een handomdraai een schilderij opzette. Hij werkte nat in nat, zodat een gemiddeld doek in een dag of wat klaar was. Dankzij zijn karakteristieke snelle toets, die het 'handschrift' van de kunstenaar duidelijk laat uitkomen, liet hij de mensheid een oeuvre na van veel, zeer veel schilderijen, aquarellen en tekeningen. De schattingen lopen uiteen van duizend tot tienduizend, hetgeen, als het werk op papier wordt meegerekend, wel in de buurt van het tweede getal zou kunnen liggen. Er bestaat in ieder geval nog geen oeuvrecatalogus van, maar dankzij de kenmerkende penseelvoering is een Isaac Israëls ook voor betrekkelijke leken makkelijk te herkennen. Gelukkig maar, want niet al zijn werken zijn gesigneerd. Op de schilderijen die men na zijn dood aantrof in het atelier is daarom een atelierstempel gezet. In de tweede wereldoorlog is echter menige handtekening weggewist om het schilderij voor confiscatie of vernietiging te behoeden, en vaak is na de oorlog weer opnieuw een handtekening aangebracht - een valse dus, op een echt schilderij. Regelmatig komen onder die valse signaturen bij het schoonmaken weer de echte te voorschijn.
Israëls was een buitengewoon reislustig man, en van elk verblijf in binnen- en buitenland getuigen wel schilderijen. Geboren in Amsterdam, verhuisd met vader mee naar Den Haag, terug naar Amsterdam en vervolgens naar Londen, Parijs en Indonesië - ziedaar de belangrijkste achtergronden van zijn werken. Buiten Nederland doet zijn werk het eigenlijk alleen goed in Israël en Indonesië, hoewel zijn onderwerpkeuze hem schaart onder de populairste 'moderne klassieken' als Picasso, Van Dongen, Dufy en Toulouse-Lautrec. Behalve veel portretten schilderde hij bijna uitsluitend mensen op straat, in cafés, in theaters, op feesten, in modehuizen, winkels enzovoort. Hij had een sterke voorkeur voor vrouwen in modieuze kleding, evenals zijn toenmalige klanten (hij leefde er goed van) en zijn hedendaagse verzamelaars.
Een van die verzamelaars, een self-made zakenman uit Rotterdam, bouwde een kwalitatief indrukwekkende collectie op die voor het overgrote deel uit Isaac Israëls bestaat. Achtentwintig schilderijen daarvan biedt hij nu te koop aan, en Van der Werff heeft dat aangevuld met vijf andere werken van Israëls uit vijf andere verzamelingen in hun bestand. Drieëndertig werken dus van zes verkopers, die 7 en 8 december aanstaande hun weg naar een nieuwe bezitter moeten zien te vinden. Verschillende werken zijn voor het eerst te zien sinds de schilder, of beter gezegd zijn kunsthandel, ze verkocht, omdat de huidige eigenaar ze van de eerste koper heeft gekocht. Andere zijn nog niet zo lang geleden op veilingen verkocht en gelden dus als bekend.
Wat Isaac Israëls betreft geldt dat er erg weinig olieverfschilderijen op de markt zijn geweest, hoewel de meeste in particuliere verzamelingen rusten. Toch en misschien om die reden zijn ze erg gewild, vooral de doeken die wat licht van kleur zijn. Lichte doeken met een dansscène of een kleedkamertafereel gaan voor enkele tonnen over de toonbank, terwijl portretten notoir moeilijk te slijten zijn: wie wil er nu andermans hoofd aan de muur hebben hangen? De schilderijen van voor 1900 zijn over het algemeen in donkere tinten en met pasteuze verf geschilderd; die brengen over het algemeen veel minder op dan de twintigste-eeuwse doeken, die Israëls met veel dunnere verf en in lichter tinten schilderde.
Ook voor aquarellen moet fors worden betaald: een zo'n waterverfschilderij, weliswaar van flinke afmetingen maar toch 'slechts' op papier, werd op een veiling afgeslagen op f 170.000; daar kwam voor de koper dus nog opgeld bij. De aquarel van het Noordeinde in Den Haag, een vlot geschilderd werk in vrolijke kleuren, moet bij Van der Werff twee ton opbrengen. Het is een zeer decoratief onderwerp: het Noordeinde schuin van boven, met Willem de Zwijger in de verte, zo zonnig dat de markiezen zijn neergelaten en met alleen fietsers op de rijweg; dat moet in 1917 zijn geweest.
De drieëndertig schilderijen en aquarellen die nu de wanden van kantoor en gang van Auke van der Werff b.v. sieren, geven zowel wat thema als wat periode en plaats betreft een representatief beeld van de loopbaan van Isaac Israëls. Uit de vroege Amsterdamse periode dateert 'Kar op de brug met hondjes', een donker, bonkig schilderij uit ongeveer 1894. Israëls schijnt een van de allereerste schilders te zijn geweest die toestemming kreeg van het gemeentebestuur om buiten te schilderen; dat was in 1892. Ongeveer even bruin en donker, maar met een veel vrijer penseelvoering zijn de Londense doekjes: een vrouw op straat, met schuin achter haar, heel vaag maar herkenbaar, een bobby. In Parijs ontstaan echter de vrije, kleurrijke schilderijen van het avond- en nachtleven van de lichtstad, zoals 'Moulin de la Galette', een scène in een beroemd café dat Van Gogh al had geschilderd. Een absolute topper is 'Place Vendôme', lekker licht en met veel vrouwen erop, zodat het waarschijnlijk voor een ton of twee de deur uit gaat.
De prijzen die Israëls er zelf voor kreeg doen nu absurd laag aan, maar waren destijds vrij gangbaar: voor 'Picadores', dat hij in 1902-1903 schilderde, kreeg hij bij een atelierveiling in 1933 het lieve sommetje van f 75,-. Datzelfde schilderij wordt geacht nu een veelvoud daarvan op te brengen, maar de verwachte prijs kan nog niet in de schaduw staan van wat grote, aantrekkelijke doeken als 'Balletles' en vooral 'Revuemeisje in de Scala' moeten doen. Dat laatste is een metersgroot doek, geschilderd tussen 1927 en 1933, van een danseres in waarschijnlijk de Haagse Scala. Tongen fluisteren dat het een portret van Josephine Philipse betreft, maar anders is het een buitengewoon geslaagde weergave van de zwierige, mondaine, glamoureuze cocotte waar Kees van Dongen, de meest succesvolle Nederlandse schilder in het Parijs van die dagen, onsterfelijke roem en veel geld mee verdiende.
Overal waar vrouwen waren, was Israëls ook: op terrasjes, in bars, bordelen, theaters, cabarets en warenhuizen. Ook in modehuizen maakte hij graag snelle schetsen van keurende, kopende, kletsende en natuurlijk kleding passende dames. Behalve in Parijs deed hij dat ook in het Amsterdamse modehuis Hirsch aan het Leidseplein, waar nu bioscoop Alfa is gevestigd. Tientallen schilderijen, aquarellen en tekeningen maakte hij er, waarvan er een bij Van der Werff is te zien. Er schijnt een boek in de maak te zijn over het familieconcern Hirsch waar alle betreffende werken van Israëls een plaats in zullen vinden, maar het is onduidelijk wanneer we kunnen beginnen ernaar uit te zien.
De verkooptentoonstelling bij Auke van der Werff b.v. valt niet toevallig samen met de kijkdagen voor de veilig moderne schilderkunst bij Christie's; de kunstmakelaardij is gehuisvest in een appartementengebouw uit 1920, recht tegenover het veilinghuis in de De Lairessestraat gelegen. Het bijzonder fraaie pand, van binnen in deels Amsterdamse, deels internationale art déco gehouden, heet De Zonnehoek. Wel een toepasselijke naam om er de vrolijke verfdansen van Isaac Israëls in te verkopen.

Verkooptentoonstelling Isaac Israëls
Zaterdag 7 en zondag 8 december 1996 vaan 11.00 tot 18.00 uur
Auke van der Werff b.v.
Cornelis Schuytstraat 55
1071 JG Amsterdam
telefoon 6759115

NIW, 1996