De werkelijkheid, waargenomen in België

Onlangs zijn zeven 'nieuwe' kunstwerken ontdekt van de in Auschwitz vermoorde kunstenaar Felix Nussbaum. Ze worden op internet te koop aangeboden.

Michel Didier 2003

Tientallen jaren was Felix Nussbaum (1904-1944) een vergeten kunstenaar. Beetje bij beetje werden zijn schilderijen bijeengevonden, zodat in 1971 een eerste tentoonstelling van kon worden samengesteld. Verder verzamelen resulteerde in 1998 in de opening van het Felix-Nussbaum-Museum in zijn geboortestad Osnabrück, in Westfalen. De collectie kwam met veel hindernissen bijeen, want Nussbaum gaf tijdens zijn onderduik in Brussel zijn werk soms aan onbetrouwbare mensen in bewaring. Zo weigerde een man de schilderijen die hij in bezit had af te staan aan de erfgenamen van Nussbaum voor een tentoonstelling, ondanks dat ze in een vochtige kelder weg stonden te schimmelen. Een andere man hield bij hoog en bij laag vol dat hij geen werk van Nussbaum had; na zijn dood vond zijn zoon een hele collectie.
Onlangs kwam een zevental werken van Nussbaum boven water. De olie- en waterverven, gouaches en pentekeningen komen uit het bezit van de Brusselse familie Katz-Hamburger uit Brussel, waar Nussbaum en zijn vrouw werden verraden en vandaan gedeporteerd.
Felix Nussbaum is de jongste zoon van Rahel van Dijk en de ijzerwarenhandelaar Philipp Nussbaum, die een overtuigd patriot is en officier in de Eerste Wereldoorlog. Hij laat Felix in Hamburg studeren en in 1923 in Berlijn zijn artistieke opleiding voortzetten. Daar ontmoet hij zijn latere vrouw, de Pools-joodse kunstenares Felka Platek; in 1927 gaan ze samenwonen.
Na enkele succesvolle tentoonstellingen krijgt Nussbaum de Staatsprijs van de Pruisische Academie der Kunsten, waarmee hij in Rome kan studeren. Bij de nationaal-socialistische machtsovername in 1933 wordt hij daar zelfs aan Goebbels voorgesteld. Na kennismaking met de studenten aan de Duitse Academie in Rome en een handgemeen met een van hen, verlaat Nussbaum Rome. Elders in Italië treft hij zijn ouders, die Osnabrück zijn ontvlucht. Uit heimwee keren zij echter een jaar later naar Duitsland terug. Nussbaum zal nooit meer terugkeren.
Nussbaum en Platek krijgen asiel in België, eerst in Ostende, waar zij de bejaarde James Ensor leren kennen. De Belgische schilder Ensor heeft zo'n veertig jaar eerder furore gemaakt met angstaanjagende taferelen met groteske maskers. In Nussbaums schilderijen duiken vanaf dit moment veelvuldig maskers op. Op zijn vele zelfportretten draagt hij een masker of is zijn gezicht tot een akelige grimas vertrokken.
Vanaf 1937 woont Nussbaum in Brussel, waar hij met Felka trouwt. Datzelfde jaar vlucht zijn broer met diens gezin naar Amsterdam; na de Kristalnacht een jaar later volgen ook zijn ouders. De synagoge waarin hij zich in 1926 nog heeft geportretteerd, is dan in vlammen opgegaan.

Magisch Realisme
De schilderkunst van de jaren dertig geeft vele vormen van realisme te zien: neoclassicisme, surrealisme, Nieuwe Zakelijkheid, Magisch Realisme… Nussbaum probeert er verschillende uit: in het schilderij $Herinnering aan Norderney$ bedekt een buitenmaat ansichtkaart met badgasten het grootste gedeelte van een hotel. Uit de beklemmende stilte doemen slechts een dierenschedel en een wiel met kapotte spaken op. Nussbaum schildert het tijdens de economische crisis van 1929. Op de ansichtkaart staat geschreven: "Een gevoel van treurigheid, dat als een wiel over ons gemoed rolt... Laten we de dingen die voor het oog onzichtbaar zijn aan de moderne schilders overlaten..."
De kunst van het interbellum wortelt stevig in de waarneembare werkelijkheid, die droog, direct en als het ware scherper dan de werkelijkheid wordt geschilderd. In de stijl van deze 'Nieuwe Zakelijkheid' drukken veel Duitse kunstenaars de samenleving om hen heen uit en indirect de politieke gebeurtenissen. In Nederland en België voegen schilders als Pyke Koch, Dick Ket en Raoul Hynckes symboliek toe, waardoor een surreëel effect ontstaat dat 'Magisch Realisme' wordt genoemd. Nussbaum voelt zich in deze vorm van realisme zeer thuis. Hij schildert het ene zelfportret na het andere met voorwerpen uit zijn ouderlijk huis, met toespelingen op zijn kunstenaarschap en zijn joodse identiteit. Het directst op Zelfportret met jodenpas uit 1943, waarop hij voor een hoge muur staat waarboven een bloeiende boom en een verlicht raam uitrijzen, onbereikbaar voor de kunstenaar met zijn pas en jodenster.
Op de pentekening Berlin na zijn de zeven 'nieuwe' werken uit Brussel gemaakt in België. Afscheid van de visser is ongetwijfeld in dezelfde plaats ontstaan als Masten, Oostende. Ook de beide stillevens moeten uit die artistiek vruchtbare periode dateren, vanwege het donkere palet en de onderwerpskeuze, die de invloed van Ensor verraden. Boot bij ophaalbrug doet zozeer aan de ophaalbrug in Arles denken, dat die waarschijnlijk is overgenomen van een reproductie van een van de vier schilderijen die Van Gogh aan de brug wijdde.

Kous met band
Het zijn allemaal werken op papier, geschilderd met een combinatie van olieverf, gouache en waterverf. Het intrigerendst is een pentekening, Dameskleding op de stoel; een bundel kleding, waaronder een bh en een kous met band, over een stoelleuning tegen de huiselijke achtergrond van een keuken doet de aanwezigheid van een ontklede vrouw vermoeden. Is het Felka, met wie Felix in 1937 is getrouwd? Of had hij een model over de vloer? Of…?
In juni 1944 wordt het echtpaar Nussbaum verraden en gearresteerd op hun onderduikadres in Brussel. Met het laatste transport uit het doorgangskamp Mechelen worden zij naar Auschwitz gedeporteerd, waar ze direct na aankomst worden vergast. Eerder trof Nussbaums ouders en het gezin van zijn broer dit lot. Op zijn laatste schilderij, Triomf van de dood, dansen de skeletten tussen de ruïnes van Europa. De puinhopen combineren brokstukken kunst en cultuur met persoonlijke herinneringen als zijn fiets en zijn vaders auto. Tussen de musicerende skeletten, die als engelen des doods tussen de puinhopen bazuin en trom roeren, staat de orgelman die geregeld in Nussbaums schilderijen opduikt. De orgelman, voor Nussbaum een symbool van melancholie en kunstenaarschap, is inmiddels ook een skelet. Maskers zweven als vliegers door de lucht.
Nussbaums werk ontstijgt zijn dood; museum en exposities ontrukken hem aan de vergetelheid. De prijzen voor zijn werken volgen de toegenomen belangstelling op de voet. Een recordprijs van 244.000 mark wordt in 2000 gehaald, voor een stilleven met masker uit 1935. Wie weet wat de kelders en zolders van Brussel nog prijsgeven?

NIW, 2003