Guillaume Apollinaire
Guillaume Apollinaire leidde zijn avantgarde-troepen in opeenvolgende aanvallen
in de strijd tegen de behoudende kunstopvattingen. Kubisten, Orfisten, Futuristen,
Dadaïsten en posthuum nog Surrealisten en andere modernisten bezielde hij
tot het veroveren van de twintigste eeuw.
Erszébeth Baerveld
In februari 1611 werd gravin Erzsébet Báthory levend ingemetseld
in haar kasteel in Csejt en haar ondergeschikten onthoofd of verbrand. Zij waren
door de Hongaarse opperrechter schuldig bevonden aan het ontvoeren, martelen
en vermoorden van zeshonderdvijftig meisjes. De Arnhemse kunstenares Erzsébet
Baerveldt ontdekte de 'bloedgravin' in een boek toen ze nog een tiener was.
In de reproductie van het enig bekende portret van de gravin zag ze een opvallende
gelijkenis met zichzelf.
Jacob van Campen
De belangrijkste architecten van het zogenaamde Hollands classicisme, Jacob
van Campen, Salomon de Bray, Philips Vingboons en Pieter Post, hadden allen
een opleiding tot kunstschilder genoten. Vooral de faam van Van Campen verbreidde
zich snel; geprezen als 'geswinde mathematicus' hield hij zich vooral met grote
lijnen bezig en liet hij het maken van gedetailleerde tekeningen over aan anderen.
Zelf dwarrelde hij graag rond in het subcultuurtje van Constantijn Huygens en
Maria Tesselschade, waar classicisme niet alleen een bouwstijl maar ook een
levensstijl was.
Kees van Dongen
De Rotterdamse schilder Kees van Dongen is bekend als dé societykunstenaar
van Parijs begin vorige eeuw. Zijn vroege werk laat een serieuzer Van Dongen
zien, die tussen politieke tekeningen en maatschappijkritische prenten door
een beginnende aandacht voor het mondaine leven had.
James Ensor
James Ensor staat bekend als voorloper van het expressionisme, door zijn onheilspellende
groeperingen van figuren met gruwelijk verwrongen maskers en akelig grijnzende
skeletten, een welsprekende uitdrukking van het rebelse onbehagen jegens de
zelfvoldane bourgeoisie en haar schijnwereld. Minder bekend zijn zijn karikaturale
en somtijds agressief-geëngageerde verbeeldingen van het Oostendse strandleven,
waar het volgens Ensor egalitairder en onwelvoeglijker toeging dan algemeen
wordt aangenomen.
Ferdinand Erfmann
In een naieve stijl, rijk aan detail en arm aan schaduwen, dreunen massale vrouwen
met kleine hoofdjes door het beeld, onbewust van de prikkeling die ze opwekken
bij de schilder - en bij ons, want hij laat ons grootmoedig delen in zijn onbeschaamde
voyeurisme. Erfmanns oeuvre is het nagekomen bewijs voor de aloude veronderstelling
dat kunst gesublimeerde geslachtsdrift is, hoewel hij zijn eigen doeken niet
erotisch vond.
Francisco Goya
Goya tekent de wreedheden van de oorlog vanzelfsprekend vanuit Spaans perspectief,
dus is de Spaanse bevolking het slachtoffer en begaat de Franse bezetter de
gruwelen. Van de eersten zijn altijd de gezichten te zien, verwrongen van pijn
en angst, van de laatsten is het gezicht steeds afgewend of verhuld, waardoor
het kwaad effectief ontmenselijkt wordt.
Karl Juncker
Bij zijn leven was hij geen gewaardeerd kunstenaar en na zijn dood ook al niet,
verschillende 'rehabilitatie'-tentoonstellingen ten spijt. Wel heeft Karl Junker
de wereld een huis nagelaten, in Lemgo, dat een gedenkteken is voor het verwoede
speuren naar een 'nieuwe kunst'. De tragiek van een eenzame ploeteraar tussen
art nouveau en expressionisme.
Sol LeWitt
Sol LeWitt (1928) is de bekendste levende kunstenaar van Connecticut. Daar werd
hij 77 jaar geleden geboren uit Russisch-joodse ouders, die hem aanmoedigden
naar de kunstacademie te gaan. Tijdens de Koreaanse oorlog diende hij als grafisch
kunstenaar in het Amerikaanse leger en na zijn afzwaaien kwam hij terecht op
het bureau van de architect I.M. Pei. Daar leerde hij niet alleen architectonisch
denken, maar tevens leverde die omgeving de grondstof voor zijn overtuiging
dat een kunstenaar niet per se zijn eigen werk uit hoeft te voeren: een architect
neemt tenslotte ook niet de troffel ter hand.
Giorgio Morandi
Morandi (1890-1964) wordt wel beschouwd als een twintigste-eeuwse monnik die,
los van het avantgarde-strijdgewoel, zijn aardse zinnen kastijdt om hogere waarheid
deelachtig te worden. In zijn cel is hij helemaal alleen met het licht en de
dingen, die zachtjes ademen om de stilte die hij probeert vast te leggen niet
te verstoren.
Gustave Moreau
Door de Symbolisten werd Moreau als vader binnengehaald vanwege de werelden
van betekenis die men achter zijn bleke femmes fatales, zijn vervrouwelijkte
helden en zijn hybride monsters vermoedde. Voor zijn tot het uiterste gedreven
oriëntaalse interieurs, zwaar van brokaat en goudlamé, waartegen
fragile, haast doorzichtige grotestadsbleekneusjes hun mythologische riten volvoeren
lijkt het woord decadent speciaal bedacht.
Auguste Préault
Erkenning kwam voor Préault pas na jaren van armoede, waarin hij wegens
ruimtegebrek gipsen beelden had moeten stukslaan. Toen de Romantiek eenmaal
een afgesloten hoofdstuk was, kon hij zijn radicaal Romantische sculpturen slijten
aan de natie.
Andreas Schelfhout
Andreas Schelfhout (1787-1870) was geen geletterd man. Nogal
onbeschaafd eigenlijk, zeker in een tijd waarin zijn even
beroemde collega Barend Koekkoek zijn toornige verbazing uitsprak
over ogenschijnlijk zeer nette, naar de laatste mode geklede
kunstenaars die nota bene met een schetsboek over straat gingen.
Cindy Sherman
Hoewel Cindy Sherman sinds haar opleiding aan de kunstacademie uitsluitend foto's
maakt, beschouwt ze zich niet als fotograaf: 'Ik heb wel fotografie gestudeerd
maar het nooit geleerd'. Ze is in de eerste plaats kunstenaar die zich bepaald
tot fotografie; zoals veel hedendaagse kunstenaars interesseert schilderkunst
haar niet.
Franz Stuck
Was Franz Stuck een vernieuwer in de schilderkunst van het fin-de-siecle of
grabbelde hij zijn modernisme bij elkaar? En was hij een 'Nietzsche in beelden'
of simpelweg een bruin Beiers monster? De zorgeloze regering van een kunstenaarsvorst
over het dionysisch rijk der schoonheid
Fiona Tan
Fiona Tan werd in Indonesië geboren, groeide op in Australië en genoot
haar kunstenaarsopleiding in Duitsland en Nederland. In de tien jaar dat ze
nu in dit land woont, maakte ze zeer uiteenlopende video's en video-installaties.
Uiteenlopend van vorm dan, want de fascinatie voor het verglijden van de tijd
en de (on-)mogelijkheid die vast te houden glanst van de meeste werken af.
Van Ensor tot Delvaux
'Van Ensor tot Delvaux' is met zo'n tweehonderd schilderijen een hele grote
tentoonstelling, zeker voor een kleine badplaats als Oostende. Het is een jubileumtentoonstelling,
omdat het Provinciaal Museum voor Moderne Kunst nu tien jaar is gevestigd in
het voormalige warenhuis aan de Romestraat. De collectie van het museum bestaat
uit twintigste-eeuwse kunst in België. Wat ligt dan meer voor de hand dan
bij deze gelegenheid de wereld nog eens met de neus te drukken op de vijf Belgische
kunstenaars wier roem deze eeuw tot ver buiten de landsgrenzen is doorgedrongen
en die de internationale avant-garde mede richting hebben gegeven? James
Ensor, Léon Spilliaert en Constant Permeke zijn alledrie nauw met
Oostende verbonden; voor de allesomvattendheid zijn de Brusselse groten René
Magritte en Paul Delvaux er bijgesleept. Samen tonen ze de Belgische
inbreng in de kunst van de twintigste eeuw, een 'kwaliteitslabel van de Belgische
kunst'.